De grote bancaire factormaatschappijen van Nederland, verenigd binnen de FAAN, kennen een lange en rijke historie. Deze historie gaat soms al meer dan 50 jaar terug. Niet echt iets nieuws onder de zon zou je dus kunnen stellen. Maar wellicht is dat iets te kort door de bocht.
Factoring kent dan wel een lange geschiedenis (in Nederland) het productgamma is zodanig aangepast aan de huidige tijdsgeest dat het nauwelijks valt te vergelijken met de productvoering van circa 50 jaar geleden. De technologische ontwikkelingen hebben bijgedragen aan de modernisering van het factoringfenomeen. Waar vroeger pandlijsten werden opgestuurd en overgetypt is de datatransmissie anno 2018 volledig digitaal en soms zelfs al real-time.
Met opkomende technieken als blockchain en “distributed ledger” wordt behoorlijk geëxperimenteerd ten einde ook in de toekomst de technologische innovaties te kunnen borgen. Deze verantwoordelijkheid wordt door de gehele branche gevoeld én genomen. Dat mag ook wel! Met een omzetvolume van circa EUR 90 miljarden een stijgende lijn richting de EUR 100 miljard rust er een behoorlijke verantwoordelijkheid op de schouders van de Nederlandse factormaatschappijen.
Als de Nederlandse factoringmarkt een omzet heeft gelijk aan zo’n 12%* van het Bruto Nationaal Product hoe kan de sector dan toch als nieuw worden gepercipieerd? Naast de bancaire factormaatschappijen zijn er de laatste vijf jaar een behoorlijk aantal kleinere factormaatschappijen opgericht, deze nieuwkomers opereren veelal bankonafhankelijk. De nieuwkomers richten zich met name op klanten in het lagere omzetsegment. Dit is een segment dat een hoge perswaarde kent en derhalve wordt er vaak over gepubliceerd. Dit is een mogelijke verklaring de typering “nieuwe” en “alternatieve” financiering.
De FAAN heeft deze trend uiteraard ook opgemerkt en haar gelederen geopend voor nieuwkomers. Ook non-bancaire partijen kunnen lid worden. Ons maakt het niet zoveel uit hoe we geclassificeerd worden, wij pogen gewoon zoveel mogelijk ondernemingen van liquiditeit te voorzien!
* met een “penetratiegraad” van 12% doet Nederland het heel goed op Europees niveau waar het gemiddelde op 10% ligt.